Naar aanleiding van de Nacht van de Rechtsstaat dringt de vraag zich op wat Europa is na de polemiek van Thiery Baudet in NRC Handelsblad van 13 november 2010. Een 'neo-medieval empire' (Zielonka, 2006), 'future republic' (Collingnon, 2004), 'superstaat' (Morgan, 2006)? Een ietwat technische inleiding is onvermijdelijk. Vivian A.Schmidt (2006a) omschrijft Europa als "a 'regional state' characterized by shared sovereignty, variable boundaries, composite identity, highly compound governance and fragmented democracy in which te creative tension Baudet maakt de klassieke fout te denken dat democratie de wil van het volk is. Bovendien verwart hij democratie met de wil van de dominante groep.between the Union and its member-states ensures both ever increasing supranational regional integration and ever-continuing national differentiation." Dit heeft te maken met het feit dat Europa geen federale staat is zoals de Verenigde Staten. Locale rechtsstatelijke democratieën worden dan geassisteerd door multi-level governance. Kortom, beslissingen worden op verschillende niveaus genomen. Nationaal, regionaal en institutioneel. Verantwoording binnen de EU is dan ook niet te vergelijken met de gang van zaken in de volwaardige nationale democratie:politieke participatie door (by the people), representatie van (of the people) en besturen voor (for the people), waaraan in het kader van meer directe vormen van democratie kan worden toegevoegd belangenconsultatie met de burger (with the people).
Internationaal is echter sprake van fragmented democracy (Schmidt, 2005) waarbij democratische legitimatie onderverdeeld is geraakt tussen bestuur voor en belangenconsultatie met burger op EU-niveau aan de ene kant en politieke participatie door en representatie van burgers op nationaal niveau aan de andere kant. Deze fragmentatie wordt door Frits Scharpf omschreven als het onderscheid tussen output - en input democracy en de sleutel tot het veronderstelde democratisch tekort, waarbij output leidt tot effectief bestuur, maar niet of slechts gedeeltelijk wordt gelegitimeerd door de politieke participatieve input democratie van het nationale niveau (Scharpf, 2000). Europa is derhalve geen superstaat, daar het op vele punten afwijk van het democratische nationale domein. De ronkende tekst 'Het Europese Hof voor de Rechten van Mens vormt een ernstige inbreuk op de democratie' komt nu in een ander daglicht te staan. Baudet maakt de klassieke fout te denken dat democratie de wil van het volk is. Bovendien verwart hij democratie met de wil van de dominante groep. De notie is gebaseerd op de 19e eeuwse visie op de vorming van de natiestaat, waarbij sprake zou zijn van het particularisme van een 'democratische cultuur' die op haar beurt de Rechtsstaat zou vormgeven. Verandert de culturele wil van de dominante groep,De EHRM is juist zo'n instituut die de lokale Rechtsstaat moet beschermen tegen democratische willekeur. dan verandert ook de Rechtsstaat. De Rechtsstaat is dus niet onafhankelijk geïnspireerd door universele principes, maar een politieke status quo in potentie open ter manipulatie door volksmenners. In de intellectuele geschiedenis grond deze zienswijze in de reactie tegen de opkomst van het universalisme in de 18e eeuw; het primaat van de Volksgeist, vormgegeven door Johann Gottlieb Herder (1744-1803) die geen gelegenheid voorbij liet gaan het culturele complex van plaatselijk gebruik, gewoonten en passies te normeren als de wijze waarop de mens, in feite een groepsdier zonder individuele rechten, betekenis toekent aan de buitenwereld. De kern van Baudets positie: de mens is geen individu maar lid van een groep. Onafhankelijke Mensenrechten zijn dan antithetisch aan de lotsverbondenheid met de culturele eenheid. De verhouding tussen individu en staat is dan overgeleverd aan democratische grillen van de dominante groep.
Er is echter geen democratie mogelijk zonder onafhankelijke Rechtstaat en geen Rechtstaat zonder op de Franco-Kantiaanse Verlichting gebaseerde controlerende internationale instituties. EHRM is juist zo'n instituut die de lokale Rechtsstaat moet beschermen tegen democratische willekeur. Universalisme is een dam tegen lokale manipulaties. Tenslotte, volgens Baudet beknelt het intolerante Hof de diversiteit. Wat Baudet onder diversiteit verstaat is geen pluralisme maar cultuur georiënteerd nationalisme. Bij de PVV zullen ze instemmend knikken. Niet voor niets hamert deze club op de Joods-Christelijke culturele wortels van de 'Nederlandse identiteit'. Wonderlijk toch voor een promovendus dat hij zich moet verlaten op PVV-retoriek. En dan te bedenken dat er net zo goed een ander dan dit Gedoog-kabinet zich had kunnen formeren.
© november 2010
Vincent Guicherit is politiek filosoof.
|